Competities kennen dit jaar totaal andere opzet

Als het seizoen in de topklasse op 23 april begint, telt de topklasse maar liefst twaalf teams. Dat is een gevolg van het vorige seizoen, dat nog de nadelige gevolgen van de coronapandemie kende. Clubs besloten toen dat er, mede omdat het vanwege reisbeperkingen moeilijk was om over-sea’s te halen, niemand zou degraderen. ,,Maar in de hoofdklasse wilden ze wel ergens om spelen", zegt Bart Kroesen. ,,Vooral omdat het jaar ervoor ook al door corona in het water viel. Daarom hebben we besloten dat de kampioen kon promoveren. Maar omdat je dan een oneven aantal krijgt, waardoor ieder weekend een club vrij is, kon ook de nummer 2 promoveren.”

En dus zijn Kampong en Salland erbij gekomen. Dat heeft ertoe geleid dat er geen reguliere competitie is, maar dat de topklasse is onderverdeeld in twee poules van zes. ,,Volgens het “snakemodel”, dat internationaal ook veel wordt gebruikt. De nummers 1, 4, 5, 8, 9 van de topklasse en de nummer 2 van de hoofdklasse zitten in één poule, de rest in de andere. Het saillante is dat daardoor in één poule vijf van de zes clubs met een graswicket zitten, in de andere poule maar één.”

Op deze opzet kwam wel kritiek. Sommigen vinden het jammer dat ze dit seizoen tegen drie clubs niet spelen, dat derby's niet plaatsvinden, terwijl anderen van mening zijn dat het meer een toernooi dan een reguliere competitie is geworden. ,,Maar de keuze is mede gebaseerd op de uitkomst van het onderzoek van de Taskforce Competitie van de KNCB. Met als inzet: ‘Hoe kunnen we de competitie spannender maken?’, ‘Hoe kunnen we meer meaningful cricket krijgen?’ Twee keer tegen elkaar spelen in een reguliere competitie is te veel, daar is op de kalender geen ruimte voor. We beginnen nu al eerder en eindigen al later, maar meer rek voor extra wedstrijden zit er niet in, omdat zoveel clubs de accommodatie met andere sporten delen. En iedereen één keer tegen elkaar laten spelen zou betekenen dat sommige clubs een of twee thuisduels minder hebben. Is dat dan eerlijk? Wij vonden van niet. Dit is volgens ons de meest eerlijke manier.”

In de nieuwe opzet spelen de poulegenoten twee keer tegen elkaar. De bovenste drie van beide poules gaan vervolgens naar de kampioenspoule, de onderste drie spelen voor lijfsbehoud. Onderin kunnen drie clubs degraderen, want de topklasse gaat volgend seizoen terug naar tien clubs. De onderste twee degraderen rechtstreeks, de nummer 10 speelt een promotie-degradatiefinale tegen de kampioen van de hoofdklasse.

In de kampioenspoule plaatsen de bovenste vier zich, net als vorig jaar, voor de play-off. De nummers 1 tegen 2 spelen om rechtstreekse toegang voor de finale. De verliezer krijgt nog een herkansing tegen de winnaar van nummer 3 tegen 4. De finale wordt  op het veld van de winnaar van 1 tegen 2 gespeeld. Op dezelfde dag vindt ook het promotie-degradatieduel op het veld van de nummer 10 van de topklasse plaats.

Opvallend is dat de clubs een deel van de punten uit de eerste poulefase meenemen. Dit zijn de resultaten tegen opponenten, die ‘meegaan’ van de eerste naar de twee poulefase. Teams spelen dus in de tweede poulefase nog zes duels (uit en thuis) tegen de tegenstanders die ze nog niet getroffen hebben. Het lastige is natuurlijk dat je in de eerste poulefase als team niet weet wie er meegaat. ,,Dus zal je het hele jaar goed moeten presteren en dat houdt het spannend. Een van de wensen van ons high performance team is dat onze spelers meer onder druk moeten spelen. Deze opzet van de competitie kan daarbij helpen.”

Ook in de hoofdklasse is er iets veranderd. Door de promotie van Salland en Kampong bestaat de hoofdklasse komend seizoen maar uit acht teams. ,,Dat heeft ervoor gezorgd dat we gezegd hebben dat de kampioen niet rechtstreeks promoveert. Want wat is de waarde van zo'n titel in zo'n uitgeklede klasse? De onderste club degradeert rechtstreeks en de kampioen van de eerste klasse promoveert.”

In de T20 is er ook het een en ander gewijzigd. Er zijn nu vijf poules van vier clubs, waarbij er drie duels op een dag worden afgewerkt en één club vrij is. Er zijn vier speeldagen zodat iedere poulegenoot een cricket dag organiseert. Opvallend is dat de 50-overcompetitie een maand lang voor de T20 wordt onderbroken. En daardoor spelen de clubs tot aan de kwartfinales niet meer op vrijdag, maar op zaterdag. Daarna wordt het druk, want in het weekend van de kwartfinales (die op vrijdag worden gespeeld) beginnen ook de play-offs in de 50-over.  ,,Je kan wel zeggen dat we een overvol programma met topcricket hebben.”

En dan speelt het Nederlands cricketteam ook nog eens een of twee ODI's, waardoor topklasseclubs spelers missen. Om die reden is er voor teams die zich vanwege het afstaan van internationals benadeeld voelen een mogelijkheid om één wedstrijd naar het enige vrije weekend te verplaatsen.  

De vrouwen beginnen vanaf 6 mei eerst met de T20-competitie. Acht clubs, een samengesteld team van Amsterdamse verenigingen en de Dutch Lionesses onder 19 (het vertegenwoordigende elftal dat zich later dit jaar voor het WK onder 19 hoopt te plaatsen) spelen een keer tegen elkaar. Het team dat bovenaan staat, is kampioen.

De reguliere competitie is onderverdeeld in twee klassen. In de hoofdklasse spelen de beste vier een 40-overcompetitie, de kwalitatief mindere vier of net begonnen teams werken in de eerste klasse een 30-overcompetitie af. Ook hier is de hoogst eindigende ploeg de kampioen. ,,Na de competitie gaan we kijken of er teams vanuit de eerste klasse naar de hoofdklasse kunnen doorstromen. Dat heeft zeker onze aandacht, want het vrouwencricket is naast jeugdcricket een van de speerpunten van de KNCB.”

Na dit seizoen gaan de competities waarschijnlijk opnieuw op de schop om een impuls aan het Nederlandse cricket te geven. Dat maakt dat het komend seizoen in meerdere opzichten uniek wordt en er een is die je eigenlijk niet mag missen.