Preview topklasse HBS, VOC en VRA

HBS haakte in de laatste fase van de competitie af voor de play-offs en eindigde als zesde. Maar het grote succes van de ‘Kraaien’ kwam in de T20, waarin de finale werd gehaald en de Hagenaars ‘eindelijk’ dit jaar hun opwachting in de European Cricket League (ECL) mochten maken. ,,Terugkijkend hadden we een goede start, maar verloren we een aantal cruciale wedstrijden", zegt captain Ferdi Vink.

Om die terugval te voorkomen heeft HBS, dat alleen Sander Geenevasen aan zijn oude club Olympia verliest, zich versterkt. De Zuid-Afrikaan Gavin Kaplan, afkomstig van de Gary Kirsten Academy, is een allrounder en zal als speler-coach optreden. Daarnaast komt Kyle Klein, het jongere broertje van Ryan en onder 19-international, het team versterken. Blikvangers als bowler Ryan Klein en openingsbatsman Tayo Walbrugh, na Max O’Dowd de beste batsman van het seizoen, zijn gebleven en ook veteraan Wesley Barresi plakt er nog een jaar aan vast. Verder kan HBS putten uit de vertrouwde spelers als de gebroeders Vink, Julian de Mey, Tobias Visée en Navjit Singh, waardoor er een ingespeeld team staat. ,,We zijn er zeker sterker op geworden. Vooral battend met Kaplan. We moeten alleen nog even naar de battingorder kijken, want we hebben nu veel openingsbatsmen.”

Dankzij de ECL moesten de Hagenaars al vroeg in conditie zijn. Daar hoopt HBS in de beginfase van te profiteren. ,,Het mooie aan de nieuwe opzet is dat het eerste doel niet heel ver weg is. Je kan naar plaatsing voor de kampioenspoule toewerken, omdat het te overzien is. Het hebben van de T20-mentaliteit, een competitie waarin je vaker met knock out te maken hebt, kan wel eens een voordeel zijn.”

Plaatsing voor de kampioenspoule, waarvoor Punjab en HCC de belangrijkste concurrenten zijn, is voor HBS het eerste doel. ,,Daarna kijken we verder. Op papier zijn er ploegen sterker dan wij, maar je weet vooraf nooit hoe het seizoen zal verlopen. Ook bij zulke teams moet er een klik zijn om ver te kunnen komen.”

VOC, dat de T20-titel veroverde, had in de 50-overcompetitie tot het laatst uitzicht op de play-offs maar omdat het duel met HCC niet meer gespeeld is, eindigde het op de ‘ondankbare’ vijfde plek. De Rotterdammers begonnen goed, maar daalden gedurende het seizoen langzaam maar zeker op de ranglijst. ,,Het was voor ons een wisselend seizoen", zegt captain Pieter Seelaar. ,,Soms met heel goed cricket, soms met heel slecht cricket. Wat ik in het algemeen jammer vond was dat er niemand kon degraderen. Daardoor was voor veel teams het seizoen snel in een plooi gevallen en werd er lang niet altijd serieus gecricket.”

De captain van het Nederlands team hoopt dat bij VOC diverse spelers zich verder ontwikkelen. ,,Van Tim de Kok verwacht ik dit seizoen meer runs. En ook Arnav Jain, zowel bowlend als battend, moet constanter worden. Vorig seizoen had hij slechts een keer een half century en dat is te weinig.”

Om een constant seizoen te kunnen draaien, is bowler Max Hoornweg (Sparta 1888) aangetrokken en vanaf eind mei komt de Zuid-Afrikaan Matt Smith (ex-VCC). Zij moeten niet alleen het gemis van Dirk van Baren (gestopt) en Ahsan Malik (Sparta 1888) opvangen. Ook zullen ze de topspelers Max O'Dowd (de beste batsman van vorig seizoen), wicketkeeper Scott Edwards en Seelaar moeten vervangen als zij met Oranje op pad zijn. ,,Ik schat in dat dit drie of vier keer gebeurt en ik hoop dat de clubs in het belang van het Nederlandse cricket inzien dat internationaal cricket nu eenmaal boven clubcricket gaat. Als je tegen Engeland speelt, heb je het niet over zomaar een tegenstander. Daar wil je zo sterk mogelijk voor de dag komen.”

VOC met of zonder internationals, dat is een wereld van verschil. En het is onbekend hoe vaak zij zullen ontbreken. Om die reden spreekt Seelaar, die zelf over de competitieopzet heeft meegedacht, ook geen doelstelling uit. ,,Behalve dan dat we niet willen degraderen. Het wordt een druk seizoen en dat is de consequentie van het feit dat we de afgelopen jaren geen degradatie hadden. VCC en Excelsior'20 zijn onze grote concurrenten om de kampioenspoule te halen. Maar als dat niet lukt, dan wordt het echt bikkelen om erin te blijven.”

VRA eindigde afgelopen seizoen, na een heel slechte start, toch nog als vierde en plaatste zich daarmee voor de play-offs. Omdat HCC zich terugtrok hadden de Amsterdammers in de halve finale (nummer 3 tegen nummer 4) een bye, maar daarna leden ze een nederlaag tegen VCC (de nummer 2 die de halve finale van Punjab verloor) voor een plek in de finale. ,,We hadden een mooie reeks van alleen maar zeges in de laatste zes speelronden", zegt captain Peter Borren. ,,Daarmee konden we een moeilijke start uiteindelijk toch nog goedmaken.”

Voor dit seizoen zijn de verwachtingen in het Amsterdamse Bos veel minder hoog. De Amsterdammers hebben veel ervaring en kwaliteit verloren. Ben Cooper en Eric Szwarczynski zijn gestopt en een belangrijke bowler, Quirijn Gunning, is een jaar in het buitenland.

Of er overseas komen, is nog onduidelijk. Tot nu toe is alleen Aryan Dutt van VCC als versterking gekomen. ,,Daar ben ik heel blij mee. Een speler met heel veel potentie, zoals hij als bowler tegen Nieuw-Zeeland liet zien. Een speler die ik heel graag wil coachen. Niet dat hij dit seizoen voor ons al wedstrijden moet winnen, dat zou te veel gevraagd zijn. Ik zie hem meer als een project voor de lange termijn.”

Spelers als Borren, Jack Balbirnie en international Vikram Singh zijn nu de mensen om bij VRA in de gaten te houden.

Vanwege het verlies van belangrijke spelers ziet de oud-captain van het Nederlands team geen rol van betekenis voor VRA weggelegd. ,,Het gaat een heel zwaar seizoen worden, waarbij het niet realistisch is om te denken dat we ons voor de kampioenspoule gaan plaatsen. Maar ook in de degradatiepoule krijgen we het straks moeilijk. De overseas maken gewoon voor veel clubs het verschil. Die zorgen voor zo'n kwaliteitsimpuls, zelfs voor clubs die niet het beste team van de topklasse hebben, dat ze wedstrijden winnen waarin ze anders kansloos waren. Maar het is wat het is, voor ons is de eerste stap om een goed team te smeden.”